Bob Evers .nl

Recensie

57
PETER DE ZWAAN
SMOKKELSPOOR VAN MENEER MAIK

Vreemde vogels in Vijlen

Door Schout-bij-kunstlicht Spook

Het derde en mogelijk laatste deel van de Landleben-trilogie begint net als de vorige twee delen in Amsterdam, althans: op Schiphol. De overgang van het Brabantse platteland naar Amsterdam is ditmaal wat logischer dan de vorige keer, want aan het eind van "Spektakelspel van Fons de Schilder" verkassen de drie jongens inderdaad naar de hoofdstad. Voor de zoveelste keer begint een race van Amsterdam naar Odiliapeel, maar niet nadat Jan, Bob en Arie drie identieke auto's hebben gehuurd, omdat dat zo handig leek... Terwijl Arie zich ongevraagd bemoeit met een schermutseling langs de A2, speelt Bob de toerist in Valkenburg. Hij zal liever z'n Amerikaanse tong er af bijten dan het hardop toe te geven, maar hij is best wel onder de indruk van de Cauberg. Jan heeft Bob van alles en nog wat uitgelegd over Limburg, de Limburgse dialecten en de Limburgse heuvels, maar vermoedelijk wist ook Jan niet dat de plaatsnaamborden in Limburg tegenwoordig tweetalig zijn; dat stond zeker niet in de "Encyclopaedia Britannica", Jan? Stiekem was ik toch een beetje benieuwd naar Bobs reactie op deze borden. Dankzij de in de Porsche Cayenne gevonden Sjpatsierkaat komt Bob in Vijlen terecht, waar hij in een vakantiepark min of meer per toeval een van de schuilplaatsen ontdekt van de lang gezochte Maik of Maikel Landleben, Marianne's schijnbaar overleden neef. De Sjpatsierkaat is een bij de plaatselijke VVV verkrijgbare wandel-kaart van de Drielandenregio; de naam is niet Nederlands, maar ook niet Duits. Blijkbaar een soort plaatselijk dialect (de rest van de kaart is in het Nederlands en in het Duits), dat waarschijnlijk alleen maar bedoeld is om toeristen een soort van "exotisch" gevoel te geven, want je mag toch verwachten dat de mensen die dit dialect spreken, de wandelroutes in de omgeving wel kennen. Ook op dit raadsel krijgen we geen antwoord.

Jan haalt een geniale stunt uit om een van Dennis Vercauters spionnen, die in een paardenwagen verstopt zit, naar buiten te lokken, maar Arie wordt geconfronteerd met een van die onvermijdelijke natuurverschijnselen waar je in geen enkel ander jongensboek over leest: de maïsoogst! Deze maakt het iemand met de omvang van Arie onmogelijk om het huis van Rafael Dupont ongezien te naderen.

Bob, die inmiddels een huisje gehuurd heeft en dus de buurman van Landleben is geworden, maakt kennis met een zekere Carolus Ratzel, die beweert dat hij een rechercheur is van Europol en dat hij Masters en Strauss, de ons welbekende FBI - medewerkers, kent. Terwijl Jan en Arie - nog steeds in Noord-Brabant - vol verbazing toekijken hoe de handlangers van Dupont en Vercauter elkaar afrossen, wil er ondanks de gemeenschappelijke belangen niet echt een prettige samenwerking tussen Ratzel en Bob tot stand komen: Bob heeft een onbestemd voorgevoel over de man en de voorafgaande 56 boeken hebben ons geleerd dat wij de voorgevoelens van de drie jongens niet mogen onderschatten. De man vertelt Bob wel dat Maik Landleben een fantast is waar Arie Roos bij verbleekt en alle ins en outs over de sigarettensmokkel.

Na een wilde achtervolging door de bossen rondom Vijlen speelt de finale van het boek zich af in het bij toeristen, motorrijders en Limburgers "wereldberoemde" boscafé "'t Hijgend Hert". Het overmeesteren van Landleben lukt het inmiddels gelukkig herenigde trio echter pas nadat een loslopende pauw het hoofd van de verbouwereerde Maik Landleben als startbaan heeft uitgekozen! Landleben, die over nog meer aliassen blijkt te beschikken dan de geestelijk vader van Bob Evers, onthult de jongens dat Ratzel - door hem "Ratzel de Rat" genoemd - in werkelijkheid helemaal geen rechercheur is, maar een woekeraar en afperser. Hoe Ratzel aan zijn kennis over de connectie tussen Jan, Bob, Arie en Masters en Strauss komt, is voor Jan en Bob een raadsel, tot Arie hun het bestaan van de "Encyclopaedia Apriana" - elders op deze site - onthult, een grappig detail.

Landleben zelf hebben de jongens dan al in de bossen rond de Gileppe in België gedumpt, maar de titels van de twee volgende delen doen de lezer vermoeden dat we voorlopig nog niet van dat heerschap af zijn. We kijken uit naar het weerzien met Jack Masters en naar een mogelijk nóg grootsere finale bij het kasteel "van Landleben" in de Dordogne. Zou Peter de Zwaan breken met de Bob Evers-traditie en ditmaal geen trilogie, maar een pentalogie schrijven? Wat de lezers betreft, mag het, want tot nu toe leest het Landleben-avontuur heerlijk weg!