Recensie
53
PETER DE ZWAAN
GLORIERIJKE MISSERS IN LA GLORIA
Een cover met een nep-Elvis
Door Schout-bij-kunstlicht Spook
Zelden in de geschiedenis van Bob Evers heeft een trilogie zo lang op haar voltooiing moet en wachten als nu: op 1 oktober 2008 verscheen op Peter de Zwaans homepage het eerste hoofdstuk van het feuilleton "Clandestiene streken op een cruiseschip" en in april 2014 verscheen "Glorierijke missers in La Gloria". In de wereld van 2014, vol Snowdens en Zuckerbergen, krijgen wij steeds meer openheid en inzicht in van alles en nog wat, ook in het creatieve denkproces van onze geliefde schrijver.
Naar verluidt presenteerde De Zwaan reeds een half jaar geleden een voorzijde van het nieuwe deel 53, waarop een nep-Elvis prominent aanwezig was. Na klachten van de fans op de Bob Evers Mailinglist of de Bob Evers-groep op Facebook (welke van de twee weet ik helaas niet meer, want uw trouwe schout-bij-kunstlicht is met enige regelmaat actief op enkele van de zeven zeeën waar internetverkeer niet mogelijk is) is de nep-Elvis ietwat naar de achtergrond verdrongen. Daaraan kun je zien dat het inderdaad om een nep-Elvis gaat, want de echte Elvis laat zich zelfs 37 jaar na zijn dood natuurlijk niet naar de achtergrond verdringen, maar dit terzijde.
Het nieuwe deeltje, de vierde uitgave van Uitgeverij Zwarte Zwaan, verscheen dus in april 2014 en na een eerste, ademloze lezing, mag ik namens alle fans, denk ik, zeggen dat dit het wachten meer dan waard was! Wij ijzervreters van de oude stempel gaan natuurlijk niet over één nacht ijs, dus sinds het verschijnen heb ik het boek nog tweemaal van kaft tot kaft gelezen, zodat ik in staat ben om voor de Bob Evers Nieuwsbrief een weloverwogen recensie te schrijven.
Jan, Bob en Arie waren aan het eind van "Prijsschieten op een premiejager" weer met elkaar verenigd, maar zijn het spoor van de familie Rivas grondig bijster. Vlak voor Arie bevrijd werd, heeft een Rivastelg hem verteld dat de familie oorspronkelijk uit de plaats La Gloria komt, maar net op het moment dat hij zou onthullen welk La Gloria hij bedoelt, stappen Jan en Bob binnen. In een internetcafé - ja, ja, twee van de drie "HBS-bengels" van weleer gaan met hun tijd mee! Arie fantaseert te graag om internet nodig te hebben, aldus de jeugdige Amerikaan - ontdekt Bob al snel dat elke zichzelf respecterende staat van Mexico minimaal één plaats heeft die La Gloria heet, maar welke van al die plaatsen is nou de juiste? Om dat het cruisschip "SeaRose" o.a. zal aanleggen bij het eiland Cozumel in de staat Quintana Roo, gokt Bob dat het gehucht La Gloria op het vasteland in diezelfde staat het juiste La Gloria zal zijn. En die gok blijkt merkwaardig juist, al valt La Gloria zelf nogal tegen: enkele barakken en huizen in een stuk jungle. Maar ze hebben er wel London Tonic en dat is het voor het eerst in twintig delen van deze serie die de naam London Tonic beroemd heeft gemaakt! Pure Nostalgie!
Iets minder nostalgisch is de aanwezigheid van premiejager Bruce Jonaths, die de drie jongens niet op een eerlijke, ouderwetse manier heeft gevolgd door gebruik te maken van huurauto’s en door onderweg driemaal van taxi te verwisselen, maar door middel van een tracker. Ook is er een ouderwets feest, compleet met nep-Elvis, nep-Shrek en nep-Charlie Chaplin, dat zoals te doen gebruikelijk bij Peter de Zwaan ontaardt in een vechtpartij, waar de drie jongens echter nauwelijks iets mee te maken hebben; in de verwarring die ontstaat, schiet Jan per ongeluk een kogel in een doos met vuurwerk en iedereen snapt het al: voor de derde maal in zijn carrière schrijft Enschedeër De Zwaan over een vuurwerkramp. Huiskamervraag: in welke twee boeken deed hij dat eerder?
Arie ontdekt in het tumult Cristina Rivas en weet haar te volgen tot in het ruïnecomplex van Tulum. Bob toont zich een waardig leerling van de "Hogeschool der Inbrekerij" van Masters ("Dollarjacht") en breekt in in Cristina’s bungalow in Playa del Carmen; daar ontdekt hij een spoor dat leidt naar Chetumal, vlak bij de grens met Belize, alwaar de ontknoping plaatsvindt. Die ontknoping gebeurt d.m.v. een slim trucje van Jan, die daarbij behalve 13.000 dollar van de inmiddels bevrijde Bruce Jonaths ook nog eens 1000 dollar incasseert van zijn slachtoffer, Antonio Rivas, en ditmaal eens niet met veel spectaculaire acties, knallen en klappen. Dat mag voor veel lezers wellicht enigszins teleurstellend zijn, maar er wordt in de rest van het boek al zoveel geknald en geklapt, dat ook de meest sensatiebeluste lezer ruimschoots aan zijn of haar trekken komt!